Het werkgeheugen van een apparaat is het geheugen dat gebruikt wordt om tijdelijk informatie op te slaan. Dit is essentieel voor het draaien van programma’s naast elkaar, denk daarbij aan een browser met meerdere tabbladen. De browser slaat de informatie op in het werkgeheugen tot dat de gebruiker het afsluit. Hoe meer werkgeheugen een apparaat heeft hoe meer het apparaat aan kan qua programma’s.
De opslagcapaciteit zorgt ervoor dat het apparaat zijn bestanden, programma’s en besturingssysteem kan bewaren. Hoe hoger de opslagcapaciteit hoe meer opgeslagen kan worden op de schijf.
RAID staat voor Redundant Array of Independent Disks (of Redundant Array of Inexpensive Disks). Deze technologie voor gegevensopslag wordt ingezet om meerdere opslagstations te combineren tot één enkel volume.