Een processor wordt vaak ook het brein of hart van een computer genoemd. De processor zorgt ervoor dat taken op een computer of ander toestel uitgevoerd worden. Hoe meer cores (reken kernen) een processor heeft hoe meer taken een systeem kan uitvoeren en hoe hoger de kloksnelheid is hoe sneller deze taken uitgevoerd kunnen worden.
De kloksnelheid bepaalt de snelheid waarop een rekenkern (core) zijn werk uitvoert. Hoe hoger de kloksnelheid hoe sneller de opdrachten uitgevoerd kunnen worden.
Het werkgeheugen van een apparaat is het geheugen dat gebruikt wordt om tijdelijk informatie op te slaan. Dit is essentieel voor het draaien van programma’s naast elkaar, denk daarbij aan een browser met meerdere tabbladen. De browser slaat de informatie op in het werkgeheugen tot dat de gebruiker het afsluit. Hoe meer werkgeheugen een apparaat heeft hoe meer het apparaat aan kan qua programma’s.