Een processor wordt vaak ook het brein of hart van een computer genoemd. De processor zorgt ervoor dat taken op een computer of ander toestel uitgevoerd worden. Hoe meer cores (reken kernen) een processor heeft hoe meer taken een systeem kan uitvoeren en hoe hoger de kloksnelheid is hoe sneller deze taken uitgevoerd kunnen worden.
Een SSD (Solid State Drive) zorgt ervoor dat bestanden opgeslagen worden, een SSD is vaak een stuk sneller dan een HDD maar wel duurder. De opslagcapaciteit zorgt ervoor dat het apparaat zijn bestanden, programma’s en besturingssysteem kan bewaren. Hoe hoger de opslagcapaciteit hoe meer opgeslagen kan worden op de schijf.
De HDD (Harde schijf) zorgt ervoor dat bestanden opgeslagen worden. Een harde schijf is gewoonlijk trager dan een SSD maar vaak wel goedkoper. De opslagcapaciteit zorgt ervoor dat het apparaat zijn bestanden, programma’s en besturingssysteem kan bewaren. Hoe hoger de opslagcapaciteit hoe meer opgeslagen kan worden op de schijf.